Zelfportretten vertonen geen tekenen van verlies van het vermogen om de publieke verbeelding te vatten. Gezien onze huidige neiging om binnen enkele seconden 'selfies' te maken en te delen, is het niet verwonderlijk dat het algemene publiek en studenten een hernieuwde interesse in het genre ontdekken. Zelfportretten hebben de kracht om een scala aan universele problemen te belichten, van identiteit, doel en authenticiteit tot kwetsbaarheid, nutteloosheid en sterfelijkheid. In dit boek werpt curator Natalie Rudd vakkundig een nieuw licht op het zelfportret en zijn internationale aantrekkingskracht, waarbij ze de historische contexten waarin zelfportretten zich hebben verspreid en de betekenissen die ze vandaag de dag hebben, onderzoekt. Met commentaren op werken van kunstenaars variërend van Jan van Eyck en Artemisia Gentileschi tot Francisco Goya, Pablo Picasso, Frida Kahlo en Jenny Saville, onderzoekt het boek het emotionele en expressieve potentieel van zelfportretten, en zijn vermogen om afstand te nemen of te demystificeren. Kunnen zelfportretten vensters bieden op het artistieke proces? Valt er ooit een unieke identiteit vast te leggen? Is het nodig dat een zelfportret de menselijke vorm weergeeft? In haar levendige en actuele discussie ontleedt Rudd deze en andere belangrijke vragen en onthult de verschuivende gezichten van individualiteit en individualiteit in een tijd waarin we noties van persoonlijke identiteit meer dan ooit tevoren ter discussie stellen.